Onze helden………..niets menselijks is hen vreemd

Onze helden……..niets menselijks is hen vreemd

In deze coronatijd ligt er een grote druk op de medewerkers in de gezondheidszorg. Snelle en ongekende aanpassingen in hun werkwijzen zijn noodzakelijk . Onze minister-president benadrukt hoe dankbaar hij is voor de inspanningen die zorgprofessionals op dit moment leveren. Bedrijven belonen deze zorgprofessionals met een bloemetje, hoodies en goody bags. Spandoeken in de stad onderschrijven hoezeer wij de doktoren en verpleegkundigen ondersteunen. Mooie acties met een mooie achterliggende intentie. We geven ze de heldenstatus, maar zijn onze helden daarmee geholpen?

De afgelopen weken heb ik me als coach aangeboden om zorgprofessionals te ondersteunen in deze coronatijd. Bij mij luchtten ze hun hart over datgene wat hen raakt en bezighoudt in deze bijzondere werksituatie.

De wijkverzorgende kan mij precies vertellen wanneer zij werd besmet. Volgens RIVM-protocol is zij onbeschermd haar cliënt gaan verzorgen. Immers, de dag ervoor heeft ze deze mijnheer nog verzorgd en was er ogenschijnlijk geen vuiltje aan de lucht. Nu hoest en proest hij haar onder, terwijl ze zijn steunkousen aan het aantrekken is. De goede man is de volgende dag overleden, de wijkverzorgende is ziek geworden. Ze heeft die dag nog drie andere cliënten verzorgd.
In ons telefoongesprek toont ze zich boos. Ze vindt het een schande dat ze zonder beschermende maatregelen haar werk moest doen.  Ze geeft ook blijk van een schuldgevoel, omdat ze mogelijk andere cliënten besmet heeft met het virus.

De arts vertelt me dat ze een demente cliënt heeft moeten vertellen dat zijn dochter overleden is aan corona en dat hij geen afscheid van haar kan nemen en ook de crematieplechtigheid niet mag bijwonen. De dokter geeft blijk van verwarring en een innerlijk conflict: ”Kan ik als mens wel achter de boodschap staan die ik deze mijnheer net medegedeeld heb? Ik voel zo’n knoop in mijn maag.”

De verzorgende in opleiding en moeder van drie thuiswonende kinderen belt me. Hoe kan ze omgaan met de angst die zij ervaart? Ze is besmet geraakt en is twee weken doodziek geweest. In quarantaine op een kamertje in huis, met hoge koorts en ademhalingsproblemen. Ze heeft doodsangsten doorstaan “met een dimensie, die ik nooit eerder ervaren heb”. Haar dochter van 13 heeft deze angst in haar moeders’ ogen gezien en gevoeld. Als moeder wil je niet dat je eigen vlees en bloed deze emotie overneemt.

Op de verpleeghuisafdeling zijn in een week tijd zeven bewoners overleden. Tijd en ruimte voor begeleiding van familie en een gebruikelijk afscheidsritueel is er niet. Er is dus ook geen tijd om de intensiteit en frequentie van het ervaren verdriet te verwerken. We moeten immers door. Hupsakee, schouders eronder en weer verder gaan.

Ondertussen zijn we in een nieuwe periode beland. De reguliere zorg komt weer meer op gang en zorgmedewerkers gaan langzaamaan weer terug in het werk wat zij gewend waren te doen.
Doen wij hen nog recht met de heldenstatus? Of volgen we hen nog een tijdje en blijven zij nog even op ons vizier? Blijven het helden of geven wij ze nu iets anders?

Doen wij hen niet meer recht door hen de ruimte te bieden om hun emoties te uiten?
Doen wij hen niet meer recht door hun ervaringen met mildheid te ontvangen?
Doen wij hen niet meer recht door hen de gelegenheid te geven om te rouwen?
Doen wij hen niet meer recht door hen te benaderen vanuit gelijkwaardigheid?
Doen wij hen niet meer recht door met hen te bezinnen op lessen die uit deze coronaperiode te leren zijn?
Doen wij hen niet meer recht door hen te zien voor wie ze zijn?

Het zijn namelijk gewoon mensen, die met hart en ziel dokter of verpleegkundige geworden zijn. Doodgewone mensen voor wie een heldenrol niet meer toereikend is. Mensen van vlees en bloed die dealen met situaties die diepmenselijke emoties losmaken.

Onze helden……………..niets menselijks is hen vreemd.