Van emotioneel uithoudingsvermogen naar emotionele fitheid

De afgelopen corona-tijd delen ervaren zorgprofessionals indringende verhalen die recht uit het hart komen. Zoiets heftigs hebben ze nog nooit meegemaakt; de angst, de ademnood, het zonder familie sterven……
Als lid van een ondersteuningsteam luister ik naar hun oprechte boosheid, schuldgevoel, verdriet, dankbaarheid, angst, vertwijfeling, onzekerheid, maar ook trots. Ik stimuleer hen om expressie te geven aan al wat zij voelen. Ze luchten hun hart en krijgen naast begrip, een paar handvatten mee om met hun emoties om te gaan. Gelukkig creëert dat weer wat lucht om naar de volgende bewoner, cliënt of patiënt te gaan. Kom op, ertegen aan, WE KUNNEN HET!
Ik voer het gesprek met moedige, kwetsbare en eerlijke mensen. Ik ben geraakt door de ongelooflijke loyaliteit aan hun cliënten, collega’s en zorgorganisatie.
Momenteel gaan alle zorgprofessionals, van schoonmaker tot directeur, bijna ongemerkt een periode in waarin er een soort van ‘normaal’ is wat we ‘nieuw’ noemen. Het valt mij op dat er het een en ander verandert in hoe zij hun werk beleven. Hun wilskracht heeft hen een hele tijd geholpen om door te gaan, maar de grenzen van het emotioneel uithoudingsvermogen worden nu bereikt.
Een verzorgende vertelt: “Ik heb veertien dagen onafgebroken gewerkt. Er zijn in die periode zeven bewoners overleden. Na een weekje vakantie, loop ik mijn afdeling weer op. Een voor mij onbekende onrust komt over me heen, ik moet vreselijk huilen en raak in paniek. Ik wil maar een ding; weg hier van deze afdeling!” Al haar alarmbellen rinkelen; genoeg is genoeg!
Een manager is zeven weken onafgebroken bereikbaar geweest voor haar medewerkers. Bij het lezen van een beleidsstuk breekt ze. “Ik ben niet meer in staat om een letter van wat ik lees, te begrijpen.” Haar lichaam geeft een oersignaal af; ik ben uitgeput.

Nu is het de beurt aan het opbouwen van de emotionele fitheid. Het helpt om het motto van ‘doorgaan’ te vervangen door ‘even stilstaan’.
‘Stilstaan’,
Om zichzelf ruimte te geven om te rouwen.
Om alle emoties die zij vastgezet hebben, te laten stromen.
Om te uiten wat hen zo diep geraakt heeft.
Om zichzelf wat ademruimte te gunnen.
Om eigen lichaamstijd te nemen en uit te rusten.
Om voor zichzelf te zorgen en de zorg voor de ander even te laten.
Om te ervaren dat zij als mens hun eigen ruimte in kunnen nemen.
Om zichzelf dat bosje bloemen of het nieuwe jurkje cadeau te doen.
Om te weten dat ze hun kracht en balans kunnen hervinden.
Om langzaam maar zeker weer te vertrouwen op hun veerkracht.
Om te voelen dat ze in staat zijn om de nieuwe patiënten en bewoners te verplegen.
Om het ‘nieuwe’, wat we ‘normaal’ noemen, met hart en ziel te kunnen omarmen.
Om zich vrij te voelen.
Om emotioneel fit te zijn.